Reflex Integratie

Bij reflexintegratie kijken we welke reflexen nog actief zijn en storend kunnen zijn in de ontwikkeling van een kind. Door middel van eenvoudige oefeningen worden tijdens de behandeling in de praktijk deze reflexen alsnog geïntegreerd.

Reflexen zijn de eerste bewegingen waarmee baby’s op hun omgeving reageren. Sommige reflexen worden bijv. al tijdens de geboorte gebruikt om door het geboortekanaal heen te komen. Je kan je voorstellen dat als een baby wordt gehaald (keizersnee), deze reflexen niet zijn gebruikt en dus nog niet zijn uitgedoofd/zijn geïntegreerd in het lichaam, ze zijn nog ‘actief’.
In het eerste levensjaar verdwijnen de meeste reflexen en maken plaats voor meer bewuste bewegingen. Het zenuwstelsel ontwikkelt zich en het lichaam leert steeds bewuster bewegen. 
 
Maar wat als de reflexen nou niet in z’n totaliteit zijn geïntegreerd, wat voor effect heeft dit op de ontwikkeling van een kind op zijn bewegingen met als gevolg ‘het gedrag’ waarin het zichtbaar wordt?
Hoe beter de reflexen geïntegreerd zijn, hoe doelgerichter men zich kan bewegen en gedragen. Als er nog reflexen zijn die ‘actief’ zijn, kan dit bijvoorbeeld als gevolg hebben dat we minder doelgericht te werk gaan en moeite hebben met het beginnen en afmaken van een taak. Deze taken kunnen plaatsvinden op zowel fysiek als sociaal-emotioneel vlak.
Door het regelmatig herhalen van eenvoudige oefeningen, kunnen de reflexen alsnog geïntegreerd worden. Door  consequent de oefeningen uit te voeren, vindt er ‘functieverbetering’ plaats. Dit gebeurt d.m.v. het aanmaken van nieuwe verbindingen in de hersenen, waardoor de klachten afnemen en uiteindelijk verdwijnen.
 

Het beste uit jouw kind halen?

Voor wie?

Veel voorkomende klachten/problemen die kunnen ontstaan door niet-geïntegreerde en/of onvolledig geïntegreerde reflexen zijn o.a.

  • Moeilijk stilzitten
  • Schrikachtig
  • Concentratieproblemen
  • Moeite met balans houden
  • Over eigen voeten struikelen
  • Ligt tijdens het schrijven met zijn hoofd bijna op tafel
  • Onderuit hangen op een stoel
  • Klemt zijn voeten op de stoelpoten heen
  • In een W-zit zitten
  • Het liefst geen labels in kleding willen
  • Op pen/potlood/nagels bijten
  • Broekplassen
  • Slecht slapen
  • Slechte coördinatie ( balspellen)
  • Houdt niet van veranderingen
  • Snel afgeleid
  • Lage immuniteit, last van allergieën.
  • Slappe pen greep
  • Weinig eigenwaarde, zelfvertrouwen.